Het idealiseren van euthanasie als ‘een zachte dood’ die moet worden verleend als men erom vraagt

Euthanasie in de psychiatrie. Het mag. In 2017 is het 83 keer toegepast.

Recent kreeg ik een euthanasieverzoek van een 16-jarige patiënte. Overleg met verschillende psychiaters leverde op dat een jongere van 16 jaar onmogelijk uitbehandeld kan zijn, dus een euthanasieverzoek is in haar situatie zinloos. ‘Laten we haar vooral niet aanmoedigen.’

Dit was niet hoe zij haar situatie zag. Zij had geen enkele hoop meer op een behandeling die haar zou helpen om uit haar dagelijkse ‘hel’ van herbelevingen en overweldigende nare gevoelens te stappen. Enkele mislukte suïcidepogingen hadden haar situatie eerder verslechterd dan verbeterd, omdat onder andere door de suïcidedreiging haar behandelingen spaak liepen. Zo was ze in een cirkel gekomen waar geen uitweg uit leek te zijn. De omgeving doet al het mogelijke om haar veiligheid te waarborgen, maar uiteindelijk zal ze zelf moeten kiezen voor het leven. Of toch, de dood.

Sinds deze casus ben ik mezelf een aantal vragen gaan stellen. Eén daarvan is: sta ik achter euthanasie in de psychiatrie? Een antwoord heb ik nog niet. Na het lezen van een aantal artikelen over het onderwerp en het beluisteren van een interview met een SCEN-arts, worden mijn gedachten erover wel concreter.

Wie of wat bepaalt bijvoorbeeld of er sprake is van uitzichtloos lijden? De patiënt zelf kan hierover een heel andere mening hebben dan de behandelend arts.

De arts kan het voldoen aan een euthanasieverzoek in de psychiatrie beschouwen als een persoonlijk falen om de patiënt beter te maken, wat voor de arts misschien een drempel opwerpt om zo’n verzoek serieus te onderzoeken. De mening van de patiënt kan gebaseerd zijn op emotie, een gemoedstoestand die na verloop van tijd kan veranderen. Zo’n mening kan gebaseerd zijn op beperkte kennis van de beschikbaarheid van behandelingen. Daarnaast, als echt alle behandelingen (in het reguliere circuit) zijn geprobeerd, betekent dit dan werkelijk dat er geen uitzicht meer is op verbetering van de situatie van deze patiënt? Er zijn talloze patiënten die wel naar tevredenheid hulp vinden in het alternatieve circuit. Er zijn patiënten die betekenis vinden in hun lijden met behulp van religie of spiritualiteit. Het is nooit uitgesloten dat in de (nabije) toekomst een behandeling zal worden ontwikkeld die wél zou kunnen aanslaan bij deze patiënt.

Er kunnen veranderingen plaatsvinden in de levensomstandigheden van de patiënt die ervoor zorgen dat het lijden vermindert, bijvoorbeeld het vinden een onverwachte liefde of vriendschap, of betekenis vinden in het steunen van anderen. Misschien is er nog niet eerder sprake geweest van de voor het slagen van een behandeling zo essentiële ‘klik’ met een hulpverlener, en is het niet aanslaan van de behandelingen niet aan de behandelingen zélf te wijten geweest, maar aan de afwezigheid van die klik. Waardoor het altijd nog de moeite loont om te zoeken naar een behandelaar met wie wel een klik wordt ervaren.

Bovenstaande overwegingen in ogenschouw genomen: vind ik überhaupt dat er ‘objectief’ kan worden gesteld dat er sprake is van uitzichtloos lijden in de psychiatrie? Is het vanuit de laatste drie overwegingen bekeken niet überhaupt onmogelijk om te spreken van uitzichtloosheid en zouden we als goede zorgverleners de patiënten niet tegen zichzelf moeten beschermen totdat deze nieuwe behandeling, behandelaar of nieuwe levensomstandigheden zich aandienen?

Vrijheid is in Nederland een groot goed. Vrijheid om te kiezen voor de eigen dood hoort hierbij, vinden we tegenwoordig. In een niet zo heel erg ver verleden was zelfmoord nog strafbaar. Nu hebben we het in Nederland zo geregeld dat dokters patiënten legaal kunnen helpen met zelfmoord. Begrijp me goed, ik ben er niet per se op tegen. Zeker bij lichamelijke ziekten die tot veel lichamelijke pijn leiden die niet meer te bestrijden is en/of waarvan nauwelijks nog kwaliteit van leven te verwachten is, kan ik me goed voorstellen dat ervoor wordt gekozen om in goed overleg en via een zorgvuldige procedure het leven van de patiënt te beëindigen. Maar in de psychiatrie is die definitie van pijn en kwaliteit van leven niet zo glashelder als in de fysieke geneeskunde.

Als argument vóór euthanasie in de psychiatrie wordt door hulpzoekenden vaak aangehaald dat mensen anders ‘worden gedwongen om op een gewelddadige manier er zelf een einde aan te maken’. Maar is dat ook echt zo?

Of is het heel goed mogelijk om er zelf op een ‘zachte’ manier een einde aan te maken, maar zijn mensen er misschien huiverig voor om dit eigenhandig uit te voeren en laten ze het daarom liever door iemand anders doen die dit ook ongestraft mag uitvoeren, in tegenstelling tot vrienden of familieleden?

Ik heb zelf onvoldoende kennis van de mogelijkheden om zelf op een ‘humane manier’ een einde aan het leven te maken, maar heb me laten vertellen dat versterven (stoppen met eten en drinken) en het nemen van bijvoorbeeld een hoge dosis medicatie effectieve en relatief zachte manieren zijn om te sterven. Waarom zou het niet mogelijk zijn om hiertoe te besluiten en op dezelfde manier als bij euthanasie hier een moment voor te kiezen en dit uit te voeren in het bijzijn van naasten en eventuele medische begeleiding? Versterven kan een langdurig proces zijn en dat maakt het kiezen van het moment wat lastig, dat geef ik toe. Maar in de meeste gevallen ‘kiezen’ mensen (die niet voor euthanasie of zelfmoord kiezen) niet voor het moment waarop ze overlijden, dus waarom zou dit in het geval van het beëindigen van het eigen leven wel per se zo moeten zijn?

Sommige mensen geloven dat na de dood niet alles ophoudt. Dat we het lijden na de dood ‘meenemen’ om het vervolgens alsnog te moeten oplossen. Is de overtuiging dat het lijden stopt bij de dood een ‘te makkelijke’ redenering? Naar mijn weten heeft nog niemand kunnen navertellen of dit al dan niet zo is, dus we weten het niet. Ik niet in ieder geval.

Vind ik de dood als oplossing zien voor het lijden een zwaktebod, een gebrek aan creativiteit en een gebrek aan draagkracht of doorzettingsvermogen om met ernstig lijden om te gaan? Of is het juist heel moedig en krachtig om bewust te kiezen voor het onbekende pad van het stervensproces en wat er na de zelfgekozen dood al dan niet volgt?

Wat me in ieder geval opvalt in de verschillende artikelen over het onderwerp, is de vaak terugkerende toon die lijkt te suggereren dat het onterecht is dat artsen zich terughoudend opstellen ten aanzien van het verlenen van euthanasie. Een toon die ook suggereert dat het een recht is van ons allemaal om ervoor te kiezen om te sterven en daarbij geholpen te worden door een arts.

Ik vind die toon te kort door de bocht. Artsen hebben enerzijds de taak gekregen om mensen in leven te houden. Soms schiet de geneeskunde daar in door en wordt de te verwachten kwaliteit van leven onvoldoende afgewogen tegen de kwantiteit van tijd die de levensreddende behandelingen opleveren, levensreddende handelingen die volgens mij door patiënt én arts niet zelden zullen worden toegepast uit angst om te (laten) sterven.

Maar ik vind dat de geneeskunde ook doorschiet wanneer sterven met hulp van een arts tot een vanzelfsprekende en noodzakelijke oplossing wordt gemaakt waar iemand ‘recht op heeft’, wanneer het vaststellen van de uitzichtloosheid van het lijden op subjectiviteit en op zo veel uiteenlopende factoren berust als in de psychiatrie- een ‘wetenschap’ gestoeld op ziektebeelden die op basis van symptomen worden beschreven, waarvan de ernst en de uitzichtloosheid niet objectief vast te stellen zijn.

Conclusie: euthanasie in de psychiatrie is een onderwerp dat voor mij meer vragen oproept dan antwoorden. En als ik mijn eigen betoog zo lees, lijkt het alsof ik er geen voorstander van ben. Maar misschien komt dat wel doordat ik nog niet eerder uit eigen ervaring te maken heb gehad met psychiatrisch patiënten die al jarenlang lijden zonder perspectief, voor wie alle hoop vervlogen is en voor wie de hulpverlening ook echt geen perspectief meer ziet; niet in het reguliere én niet in het alternatieve circuit en ook niet in de onvoorspelbaarheid van wat het leven/het toeval mensen op hun pad kan brengen. Ik vind het lastig om me voor te stellen hoe deze uitzichtloosheid er dan uitziet, los van de invoelbare tijdelijke hopeloosheid die een depressie of andere psychiatrische ziektebeelden of nare levensgebeurtenissen met zich mee kunnen brengen.

Als iemand die dit leest hier zelf of in zijn/haar omgeving ervaring mee heeft (gehad) én zijn of haar ervaring zou willen delen, hoor ik dit graag.

Misschien kunnen jullie verhalen mijn mening wat nuanceren.

Overigens is gerelateerd aan dit onderwerp een documentaire op Netflix te zien, ‘The Last Shaman’. Hierin vertelt een jonge man over zijn zoektocht in het sjamanisme naar behandeling voor zijn ernstige psychische klachten nadat hij in het reguliere circuit is uitbehandeld.

*Afbeelding: zorgethiek.nu

Plaats een reactie